2025

(5)

NT2 beweegt: Oefen het irregulier perfectum!

(2:24)

NT2 beweegt: De imperatief, wat is dat?

(2:13)

NT2 beweegt: Oefen het normaal (= regulier) perfectum

(1:55)

NT2 beweegt: Het demonstratief pronomen, wat is dat?

(2:30)

NT2 beweegt: Brusselse wafels, hoe maak je die?

(1:23)

NT2 beweegt: Het imperfectum, hoe werkt dat?

(2:51)

NT2 beweegt: De familie

(3:24)

NT2 beweegt: Het pluralis van substantieven

(5:34)

NT2 beweegt: De stad

(2:3)

NT2 beweegt: Het imperfectum, hoe werkt dat?

(2:51)

NT2 beweegt: De imperatief, wat is dat?

(2:13)

NT2 beweegt: De comparatief, wat is dat?

(3:25)

NT2 beweegt: Het presens, wat is dat? Hoe spreek je over NU in het Nederlands?

(38)

NT2 beweegt: De uitspraak van de vocalen

(2:14)

NT2 beweegt: Het demonstratief pronomen, wat is dat?

(2:30)

NT2 beweegt: Het perfectum, wat is dat? Hoe spreek je over VROEGER in het Nederlands?

(1:55)

NT2 beweegt: De familie

(3:24)

NT2 beweegt: Kunnen, willen, mogen, moeten

(1:37)

NT2 beweegt: Oefen het normaal (= regulier) perfectum

(1:55)

NT2 beweegt: Het pluralis van substantieven

(5:34)

NT2 beweegt: De negatie: hoe werkt dat? Gebruik je NIET of GEEN?

(1:43)

NT2 beweegt: Het gezicht en het lichaam

(3:51)

NT2 beweegt: De kleren

(5:40)

NT2 beweegt: Brusselse wafels, hoe maak je die?

(1:23)

NT2 beweegt: De positieverba, staan, liggen, hangen en zitten

(2:58)